Page 24 - Demo
P. 24


                                    24 Kouwe Druktesterk is de eenzame schaatser die kromgebogen over het ijs zichzelf een weg baant %u2026%u201d. Sorry Boudewijn de Groot voor deze kleine aanpassing.Niet zeuren, schaatsenZo kwam ik in Bartlehiem. Ik at wat, zette de lamp op mijn hoofd en ging weer verder. Het was een donker stuk tot Birdaard. Gelukkig dat ik de lamp had, maar het schijnsel werd gauw minder, de batterijtjes zeker leeg, en zo reed ik weer in het donker. Tot opeens: baf, ik reed rechtdoor en de Dokkumer Ee ging linksaf; in de stadjes zoveel licht en hier niet een lamp om de bocht aan te geven. Ik reed tegen een hek, mijn kin, wat was dit nu? Ik gilde, er kwamen twee EHBO-ers op me af, zetten me op een stoel, gaven me thee en keken naar mijn kin. %u201cDie zal wel dik worden%u201d, zei de vriendelijke dame. OK, ik ging alweer. Wim de Graaff placht te zeggen: %u201cNiet zeuren, schaatsen%u201d, en zo ging ik weer verder. Het was vreselijk donker. Onder een brug werd ik door achteropkomende schaatsers bijna van de sokken gereden. In Dokkum werd ik opgevangen. Een dame van de EHBO wilde me in een deken wikkelen; ik wilde alleen maar de batterijtjes in mijn lamp verwisselen, stempelen en verder. Naast me zat een man die uitsprak wat ik dacht: %u201cWat ben ik blij dat ik in Dokkum ben.%u201d Dat beaamde ik uit de grond van mijn hart. %u201cWant, ging de man verder, ik ben al 51.%u201d %u201cWat vreselijk oud,%u201d bevestigde ik. De man keek me toch wel verbaasd aan. %u201cIk ben 57%u201d, vertrouwde ik hem toe en vertrok maar weer.Zo moeder, zo zoon Het laatste stuk, ik vloog met de wind mee Dokkum uit, achter mijn herboren lichtstraal aan. Dit was fantastisch. Er kwamen twee mannen bij me rijden. %u201cH%u00e9 Florence Nightingale mogen we bij je blijven?%u201d Nou, dat was gezellig. Hans en Rob waarschuwden me dat er nog 3%u00bd km tegenwind zou komen en ja hoor, na Bartlehiem moesten we weer tegen de wind vechten. Eerst ging Rob nog even voor, maar al gauw zaten ze allebei achter me. Ik vroeg eens hoe oud ze waren, zesendertig. %u201cMijn zoon is 32, die rijdt ook mee. In 1986 haalde hij me hier ergens in en finishten we samen!%u201d Toen was het stil achter me. In de verte zag ik de lichtjes van Leeuwarden al. Ik vloog verder, of ik niet wat langzamer kon gaan, vroegen Hans en Rob. OK, wat maakt het uit of ik om 21.55 uur of om 22.00 uur binnenkom. LeeuwardenEn zo kwam ik in Leeuwarden en kreeg er mijn elfde stempel. Geen fotograaf bij de finish, niks. Ook Hans en Rob waren in de massa verdwenen. Daar sta je dan: schaatsen uit, schoenen aan en met de bus terug om de stempelkaart in te leveren. Ik informeerde: zoonlief was allang binnen.Terug bij het gastgezin vond ik Boris, hij had het in 10%u00bd uur geklaard. De gastheer trakteerde op champagne! Wat een feest. Maar slapen ging niet, ik lag als een kip aan het spit te draaien. Er ging een niet te beschrijven gevoel door me heen: wat heerlijk dat ik dit kan, maar zal er zich ooit n%u00f3g een tocht voordoen? Tevreden keerden we de volgende morgen terug naar Den Haag.Caroline Th%u00f6enes, 16 januari 1997%u201c%u2026 ik lag te draaien als een kip aan het spit %u2026
                                
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28